MID-Almelo voert keuringen en inspecties uit bij woon- en verblijfsgebouwen, kerken, gebouwen voor onderwijs en opleidingen, de zorgsector, de industrie, de utiliteit en meer door heel Nederland. In de praktijk worden veel verschillende stookinstallaties aangetroffen. Door op bovenstaande “oogjes” te klikken, komt u in de praktijk terecht.
De atmosferische verwarmingsketels en luchtverhitters worden vooral gebruikt in de utiliteit. Denk hierbij aan woon- en verblijfsgebouwen, gebouwen voor opleidingen en onderwijs, maar ook is de scope 1 terug te vinden in de zorgsector en in kerken.
Scope 1 wordt gebruikt gemaakt van verbrandingslucht dat zich met brandstof mengt. Hierdoor ontstaan een impulswerking van de uitstromende branden in de brander. Door de verbrandingsgassen ontstaat er thermische trek. Dit is inclusief toestellen met premixbranders of verbrandigsgasventilator.
De ventilatorbranders op warmwaterketels en luchtverhitters worden net zoals bij de scope 1 toegepast op verblijfsgebouwen, gebouwen voor onderwijs, zorgsector en kerken. De scope 2 is echter ook terug te vinden in de tuinbouw.
De warmwaterketel zorgt voor het verwarmen van water. De luchtverhitters maken gebruik van brandstof in een verbrandingskamer ontwikkelde warmte via een scheidingswand zonder stromend tussenmedium wordt overgedragen op mechanisch getransporteerde lucht met de bestemming deze lucht te benutten voor verwarming. Let op: De luchtverhitterers zonder scheidingswand vallen niet onder de scope 2!
De scope 3 vallen de stoom- en heetwaterketels onder. De stoomketel zorgt voor het opwekken van stoom en de heetwaterketel zorgt voor het verwarmen van water met een temperatuur dat hoger is dan 105°C.
De verbrandingsmotoren en turbines zijn onder scope 4 ingedeeld. De motor is een installatie waarin de explosiedruk bij ontsteking van het brandstof/luchtmengsel wordt omgezet in een mechanische arbeid. De turbine is een installatie waarin de warmte van de verbrandingsgassen door middel van een turbinewiel wordt omgezet in mechnische arbeid.
De scope 5 zijn de bijzondere industriële installaties. Het woord “bijzonder” komt doordat de installaties anders zijn de boven genoemde scope 1 t/m 4. Voorbeelden van bijzondere installaties zijn: (smelt)ovens, fornuizen in de procesindustrie, drooginstallaties, naverbrander, make-up air verwarmingssystemen en directe luchtverhitters.
Scope 6 bevindt zich in de rookafsluiting. De emissiemeting bepaalt de componenten NOx, SO2, CxHy en stof zich in de verbrandingsgassen bevinden. Emisiemetingen aan stookinstallaties, gasmotoren, gasturbines en dieselmotoren worden uitgevoerd om te kijken of de door de overheid gestelde emissiegrenswaarden niet worden overschreden. De overheid is namelijk verplicht de uitstoot van schadelijke stoffen in Nederland te verminderen. De grenswaarden zijn opgenomen in het Acitiveitenbesluit.
De brandstofleidingen vallen onder scope 7 en zijn opgedeeld categorie a, b en c. Het verschil zit in de stof die door de leiding loopt: aardgas of olie. Daarnaast wordt er een onderscheid gemaakt met een ontwerpdruk onder of boven de 0,5 bar. Hieronder staat de indeling van de scope 7a, b en c
De afgelopen jaren zijn er een aantal nieuwe scopes in de SCIOS Certificatieregeling opgenomen.
Verwarmingssystemen en gekoppelde ventilatiesystemen
Deelregeling voor Elektrisch Materieel
Deelregeling voor Explosieveilige Installaties
1 NOx- en SO2-metingen. Neem hiervoor contact voor de juiste advies. 2 NOx- en SO2-metingen
1 Gasleiding met een afsluiter, een magneetklep en B klep. 2 Gasstraat: De brandstoftoevoerleiding dient gekeurd te worden als ook de ketel(s) gekeurd dienen te worden.
1 Houtkachel > 20 kW op vermogen dan dient deze gekeurd te worden. 2 Speciale toestellen (ovens) > 100 kW op vermogen dan dient deze gekeurd te worden ook de brandstoftoevoerleiding naar de ovens.
1 Gasmotoren > 100 kW op vermogen: dan dient de gasmotor gekeurd te worden en ook de brandstoftoevoerleiding (biogas/aardgas). 2 Gasmotoren > 100 kW op vermogen: dan dient de gasmotor gekeurd te worden en ook de brandstoftoevoerleiding (biogas/aardgas).
1 Ventilatorbrander: Is het totaal opgestelde vermogen > 100 kW met afzonderlijke toestellen > 20 kW op vermogen: dan dienen alle toestellen in de stookruimte gekeurd te worden en ook de brandstoftoevoerleiding naar deze toestellen. 2 Ventilatorbrander: Is het totaal opgestelde vermogen > 100 kW met afzonderlijke toestellen > 20 kW op vermogen: dan dienen alle toestellen in de stookruimte gekeurd te worden en ook de brandstoftoevoerleiding naar deze toestellen.
1 Stoomketel op biogas > 100 kW op vermogen: de ketel dient gekeurd te worden en ook de brandstoftoevoerleiding (biogas). 2 Stoomketel op biogas > 100 kW op vermogen: de ketel dient gekeurd te worden en ook de brandstoftoevoerleiding.
1 Cascade. Is het totaal opgestelde vermogen > 100 kW met afzonderlijke toestellen > 20 kW op vermogen: dan dienen alle toestellen in de stookruimte gekeurd te worden en ook de brandstoftoevoerleiding naar deze toestellen. 2 Cascade. Is het totaal opgestelde vermogen > 100 kW met afzonderlijke toestellen > 20 kW op vermogen: dan dienen alle toestellen in de stookruimte gekeurd te worden en ook de brandstoftoevoerleiding naar deze toestellen.
1 Warmwatertoestel. Is het totaal opgestelde vermogen > 100 kW met afzonderlijke toestellen > 20 kW op vermogen: dan dienen alle toestellen in de stookruimte gekeurd te worden en ook de brandstoftoevoerleiding naar deze toestellen. 2 Twee staande CV ketels > 100 kW op vermogen: beide ketels dienen gekeurd te worden en ook de brandstoftoevoerleiding.